Aan Iedereen Die Wacht

A Todos Que Esperam

Aan Iedereen Die Wacht

Não é difícil de ver.Het is niet moeilijk om te zien.
Que o estoque tá acabando.Dat de voorraad langzaam opraakt.
Mas talvez isso seja bom.Maar misschien is dat wel goed.
Porque assim você tem que se virar.Omdat je dan op eigen kracht moet.
E tente provar.En probeer maar te bewijzen.
Que é certo o que você faz.Dat het goed is wat je doet.
Para todos.Aan iedereen.

Para todos que esperam.Aan iedereen die wacht.
Todo mundo.Iedereen.
Que espera pelo sol da primavera.Die wacht op een voorjaarszon.
Para todos.Aan iedereen.
Que espera um milagre em silêncio.Die zachtjes op een wonder hoopt.
Para todos.Aan iedereen.
Que ri de tudo e sempre foge.Die alles weglacht en altijd wegloopt.
Para todos.Aan iedereen.
Que achou que não tinha coragem.Die dacht dat 'ie niet dapper durft te zijn.

É simples de saber.Het is eenvoudig om te weten.
O que fazer quando você cai.Wat je doen moet als je omvalt.
Mas é melhor quando você sente.Maar het is beter als je voelt.
Que pode pousar em segurança.Dat je veilig neer kunt komen.
Porque alguém vai te pegar.Omdat iemand je wel opvangt.
E é assim que deve ser.En zo is het ook bedoeld.
Para todos.Voor iedereen.

Para todos.Voor iedereen.
Que esperam.Die wacht.
Todo mundo.Iedereen.
Que espera pelo sol da primavera.Die wacht op een voorjaarszon.
Para todos.Aan iedereen.
Que espera um milagre em silêncio.Die zachtjes op een wonder hoopt.
Para todos.Voor iedereen.
Que ri de tudo e sempre foge.Die alles weglacht en altijd wegloopt.
Para todos.Voor iedereen.
Que achou que não tinha coragem.Die dacht dat 'ie niet dapper durft te zijn.

Para todos.Aan iedereen.
Que espera pelo sol da primavera.Die wacht op een voorjaarszon.
Para todos.Aan iedereen.
Que espera um milagre em silêncio.Die zachtjes op een wonder hoopt.
Para todos.Aan iedereen.
Que ri de tudo e sempre foge.Die alles weglacht en altijd wegloopt.
Para todos.Aan iedereen.
Que achou que não tinha coragem.Die dacht dat 'ie niet dapper durft te zijn.