Ze zeggen

Eles dizem

Ze zeggen

Eles dizem que você issoZe zeggen dat je dit
Eles dizem que você aquiloZe zeggen dat je dat
Eles dizem que sua irmãZe zeggen dat je zus
E assim sempre tem algoEn zo is er altijd wat

refr.:refr.:
Eles dizem, eles dizemZe zeggen, ze zeggen
As pessoas falam tantoDe mensen zeggen zoveel
Deixam você ouvirZe laten met hun praten
Não sobra nada de vocêGeen spaander van je heel

Você não faria issoZou je dan niet zus
Você não faria aquiloZou je zus niet zo
Faça isso por mimDoe het dan voor mij
Faça isso pelo showDoe het voor de show

refr.refr.

Palavras são algo raroWoorden zijn een zeldzaam iets
Quem fala demais não diz nadaWie teveel zegt zegt niets
Palavras são algo raroWoorden zijn een zeldzaam iets
Quem fala demais não diz nadaWie teveel zegt zegt niets

Deixe as pessoas falaremLaat de mensen praten
Porque elas vão falar de qualquer jeitoWant lullen doen ze toch
Deixe as pessoas falaremLaat de mensen lullen
E se falarem ainda maisEn lullen ze dan nog

refr.refr.

Palavras são algo raroWoorden zijn een zeldzaam iets
Quem fala demais não diz nadaWie teveel zegt zegt niets
Palavras são algo raroWoorden zijn een zeldzaam iets
Quem fala demais não diz nadaWie teveel zegt zegt niets

Eles dizem, eles dizemZe zeggen, ze zeggen
As pessoas falam tantoDe mensen zeggen zoveel