395px

Canção da Vida

Leon Lutterman

Lied Van Het Leven

Stralend in 't wit gestoken, met een grenzeloze lach
staat de bruid op de stadhuistrap, haar belangrijkste dag
Met z'n zwarte kloffie, de bruidegom vol chagerijn
"ik betaal het hele zootje, dus het mot gezellig zijn"

Met een grote fopspeen, ligt de kleine spruit
in de wieg, de vader deelt beschuit
en hij denkt, onder dit festijn
"ik betaal m'n eigen zoontje, dus hij mot gezellig zijn"

Stralend in 't wit gestoken, met een grenzeloze lach
staat z'n dochter op de stadhuistrap, haar belangrijkste dag
de vader staat er lachend bij
"iemand anders betaalt het zootje dus nu mag 't gezellig zijn"

In het zelfde zwarte kloffie, ligt hij in de kist
iedereen drinkt koffie, 't is dat men hem mist
maar van boven roept magere Hein
"hij betaalde het hele zootje dus het mot gezellig zijn"

Canção da Vida

Brilhando de branco, com um sorriso sem fim
está a noiva na escadaria da prefeitura, seu dia mais importante
Com seu traje preto, o noivo todo emburrado
"Eu pago a festa toda, então tem que ser divertido"

Com uma chupeta gigante, o pequeno está deitado
no berço, o pai distribui biscoito
e ele pensa, sob essa festa
"Eu pago meu próprio filho, então ele tem que ser divertido"

Brilhando de branco, com um sorriso sem fim
está sua filha na escadaria da prefeitura, seu dia mais importante
o pai está lá rindo
"Alguém paga a festa toda, então agora pode ser divertido"

No mesmo traje preto, ele está no caixão
todos tomam café, é que sentem falta dele
mas lá de cima grita a Morte
"Ele pagou a festa toda, então tem que ser divertido"

Composição: