Greetje En Jansie

Greetje e Jansie

Greetje En Jansie

Nós éramos melhores amigasWij zijn boezemvriendinnen
Fomos, hahaGeweest, haha
Não falamos mais uma com a outraWij spreken niet meer met elkaar
Podemos nos matar se quisermosWij kunnen elkanders bloed wel drinken
PorqueWant
Fomos tão burras de ir de férias só nós duasWe benne zo stom geweest om met z'n tweetjes op vakantie te gaan

refr.:refr.:
Eu sou a Greetje; eu sou a JansieIk ben Greetje; ik ben Jansie
Fomos de férias só nós duasWe gingen met z'n tweetjes samen op vakantie
Éramos grandes amigas, mas desde entãoWe waren dikke vrienden maar we kunnen sindsdien
Não conseguimos nos ver, não conseguimos nos encontrarMekaar niet meer luchten, mekaar niet meer zien
Éramos grandes amigas, mas desde entãoWe waren dikke vrienden maar we kunnen sindsdien
Não conseguimos nos ver ou nos encontrarMekaar niet meer luchten of zien

Se eu falasse vinho, ela pedia viciAls ik zei wijn dan nam zij vici
Se eu começasse, ela gritava finiAls ik net begon dan riep zij fini
Se eu descobrisse um bar à beira d'águaAls ik een terrasje aan het water had ontdekt
Ela dizia: "Quero ir pra casa, o tempo tá mudando"Zei zij: "Ik wil naar huis toe want de lucht betrekt"
Em cada hotel, ela tinha uma críticaOp ieder hotel had madam kritiek
Se eu quisesse ir de ônibus, ela enjoavaWou ik met de bus dan was zij wagenziek
Eu estava curtindo a vista, ela ficava tontaGenoot ik van het uitzicht dan werd zij er duizelig van
Se eu via um cara legal, ela não achava nada demaisZag ik een leuke kerel dan vond zij d'r niks an

refr.refr.

"Olha, sério; você tem que fazer cara feia, não rir"Nou serieus; je moet kwaad kijken, niet lachen
Ah, não acredito, tem que ser divertidoAch, krijg nou alles, 't moet toch een lolletje blijven
Heintje Davids, ele também ri sempre."Heintje Davids, die lacht ook altijd."

Se eu quisesse sol, ela não estava a fimWou ik in de zon, had mevrouw geen zin
Se eu via uma pousada, era muito pouco pra elaZag ik een pension, dat was haar te min
Se eu quisesse ir a Monte Carlo pra uma noite de roletaWou ik naar Monte Carlo voor een avondje roulette
Ela dizia: "Não tô bem, vou dormir cedo"Kwam zij: "Ik ben niet lekker, ik ga vroeg naar bed"
Se eu falasse frango, a Jansie não tinha apetiteAls ik zei kip dan had Jans geen trek
Se eu era generosa, a Greet era mão de vacaWas ik royaal dan was Greet een vrek
Ela ia às compras, mas sempre sozinhaZe ging geregeld winkelen, dat deed ze dan alleen
Mas se eu comprasse um vestido, ela queria um igualMaar kocht ik dan een jurkie, nam zij d'r net zo een

Eu sou a Greetje; eu sou a JansieIk ben Greetje; ik ben Jansie
Fomos de férias só nós duasWe gingen met z'n tweetjes samen op vakantie
Éramos grandes amigas, mas desde entãoWe waren dikke vrienden maar we kunnen sinds dien
Não conseguimos nos ver, não conseguimos nos encontrarMekaar niet meer luchten, mekaar niet meer zien
Éramos grandes amigas, mas desde entãoWe waren dikke vrienden maar we kunnen sinds dien
Não conseguimos nos ver, não conseguimos nos verMekaar niet meer luchten, mekaar niet meer luchten
Não conseguimos nos ver ou nos encontrarMekaar niet meer luchten of zien