395px

Durante a Semana

Amaryllis Temmerman

Doordeweeks

Maandagochtend en het regent: doet het vaak de laatste tijd
En die koppijn doet hem barsten, een gevoel dat heel traag slijt
Zoekt z'n heil in een kop koffie, de week komt traag op gang
Breekt de zon weer door de wolken, dan stapt hij door het behang
Naar de stad vol grijze massa; nee, hier hoort hij echt niet bij
De onmacht schreeuwt uit stille monden, en niet één gezicht kijkt blij

Doordeweeks en alledaags, liefst zou hij verdwijnen
Wie heeft zich nooit afgevraagd, waar begint het einde
Slapen om weer op te staan, morgen zal het beter gaan
Niemand die nog zeggen zal, waar begint het einde?

Woensdag, duizend mensen later, niemand sprak een zinnig woord
Roddels, opgeblazen peptalk, meer heeft hij nog niet gehoord
Vrijdagochtend breekt de hel los, iedereen spuwt z'n venijn
De frustraties van de week worden verhult met schone schijn
Ze blinken en ze stinken, hun mond nog groter dan hun woord
Verberg de onmacht achter maatpak, en pleeg een auditieve moord

Doordeweeks en alledaags, liefst zou hij verdwijnen
Wie heeft zich nooit afgevraagd, waar begint het einde
Slapen om weer op te staan, morgen zal het beter gaan
Niemand die nog zeggen zal, waar begint het einde?

Maar op zondag komt de muze, door haar is hij nooit alleen
Ze geeft hem wilde fantasieën en reist met hem door de wereld heen
Ze lopen op onbetreden paden, zij is de vrouw die hij nooit had
Al zijn prachtige verhalen, vertelt hij zondagavond aan de toog, LADDERZAT

Maandagochtend en het regent: doet het vaak de laatste tijd
Hij wordt wakker met een kater en hij denkt
Die raak ik nooit meer kwijt
Die raak ik nooit meer kwijt

Doordeweeks en alledaags, liefst zou hij verdwijnen
Wie heeft zich nooit afgevraagd, waar begint het einde
Slapen om weer op te staan, morgen zal het beter gaan
Niemand die nog zeggen zal, waar begint het einde?
waar begint het einde?

Durante a Semana

Segunda de manhã e tá chovendo: tem sido assim ultimamente
E essa dor de cabeça tá insuportável, uma sensação que demora pra passar
Busca alívio numa xícara de café, a semana começa devagar
Quando o sol rompe as nuvens, ele sai pelo papel de parede
Pra cidade cheia de gente sem cor; não, aqui ele não se encaixa
A impotência grita de bocas silenciosas, e nenhum rosto tá sorrindo

Durante a semana e no dia a dia, ele só queria sumir
Quem nunca se perguntou, onde começa o fim?
Dormir pra acordar de novo, amanhã vai ser melhor
Ninguém vai dizer, onde começa o fim?

Quarta-feira, mil pessoas depois, ninguém falou uma palavra sensata
Fofocas, conversa fiada, é tudo que ele ouviu até agora
Sexta de manhã o bicho pega, todo mundo despeja seu veneno
As frustrações da semana se escondem sob uma aparência limpa
Brilham e fedem, suas bocas maiores que suas palavras
Esconda a impotência atrás do terno, e cometa um assassinato auditivo

Durante a semana e no dia a dia, ele só queria sumir
Quem nunca se perguntou, onde começa o fim?
Dormir pra acordar de novo, amanhã vai ser melhor
Ninguém vai dizer, onde começa o fim?

Mas no domingo vem a musa, com ela ele nunca tá sozinho
Ela dá a ele fantasias loucas e viaja com ele pelo mundo
Eles andam por caminhos inexplorados, ela é a mulher que ele nunca teve
Todas as suas histórias incríveis, ele conta no bar no domingo à noite, BÊBADO

Segunda de manhã e tá chovendo: tem sido assim ultimamente
Ele acorda de ressaca e pensa
Essa eu nunca vou me livrar
Essa eu nunca vou me livrar

Durante a semana e no dia a dia, ele só queria sumir
Quem nunca se perguntou, onde começa o fim?
Dormir pra acordar de novo, amanhã vai ser melhor
Ninguém vai dizer, onde começa o fim?
onde começa o fim?

Composição: