Een Huis Is Nog Geen Thuis

A House Is Not a Home

Een Huis Is Nog Geen Thuis

Uma porta é uma portaEen deur is maar een deur
Mesmo que seja uma porta familiarizadoOok al is 't een vertrouwde deur
Porque "ele faz parte de uma casaWant 'ie hoort wel bij een huis
Mas uma casa não é casaMaar een huis is nog geen thuis
Se não há ninguém que cumprimenta-loAls daar niemand is die jou begroet
E feliz que porta se abre para vocêEn blij die deur voor jou opendoet

Uma lareira é uma lareira, masEen haard is maar een haard
Mesmo que montanhas de ouro no valor deOok al is hij gouden bergen waard
Ele aquece a sua casa ouHij verwarmt dan wel jouw huis
Mas que casa não é casaMaar dat huis is nog geen thuis
Sem alguém que aquece suas mãosZonder iemand die je hand verwarmt
E você voltar para aquele lugar abraçaEn jou steeds weer bij die haard omarmt

O que sempre nos levou para alémWat dreef ons ooit uit elkaar
Como folhas secas ao ventoAls dorre blaren in de wind
Foi já houve (?)Was er dan ooit van toen (??)
Nós não estávamos vendo cegaWaren wij niet ziende blind

É lá, bem vistoIs er, goed beschouwd
Realmente algo que nos separaWerkelijk iets wat ons gescheiden houdt
Agora, cada um de nós uma cruzNu draagt elk van ons een kruis
Mas esta casa nunca será uma casa para outra pessoaMaar dit huis zal nooit een thuis voor een ander zijn
É óbvio, esta casa e devemos estar juntos't Is zonneklaar, dit huis en wij horen bij elkaar

Agora, cada um de nós uma cruzNu draagt elk van ons een kruis
Mas esta casa nunca será uma casa para outra pessoaMaar dit huis zal nooit een thuis voor een ander zijn
É óbvio, esta casa e devemos estar juntos't Is zonneklaar, dit huis en wij horen bij elkaar