395px

Mulheres Que Não Querem Prestar

Corry Van Gorp

Dames Die Niet Willen Deugen

Jan-Karel was door en door keurig
Een pronkstuk van de maatschappij
Een weduwnaar van onbesproken gedrag
Met een brood- en banketbakkerij

Janet was een vrouw van de zonde
Haar inborst was door en door slecht
Maar menige heer die haar buitenbos zag
Kwam tussen haar lakens terecht

refr.:
Want zo is het altijd geweest
Al sinds zich de mensheid kan heugen
De heren die houden het meest
Van dames die niet willen deugen

Die twee die ontmoeten elkander
Ze keek hem eens liederlijk aan
Ze ging met hem mee en werd zijn maintenee
En hielp z'n fortuin naar de maan

Hij gaf haar bijoux en juwelen
Ze was een inhalige meid
Ze maakte een beest van die keurige heer
Door vertoon van lichamelijkheid

refr.

Een dag toen ze zaten te slempen
Verscheen er in enen een vent
Die legde beslag op al wat ie zag
Vanwege het faillissement

Toch bleef zijn begeerte nog branden
Hij had nog tien cent in z'n jas
Daarvoor kocht hij nog als een laatste kado
Een ring met een steentje van glas

refr.

Nu zingt hij voor brood langs de straten
En eens in de maand komt Janet
Gezeten in een luxe automobiel
En die gooit dan wat geld in zijn pet

Meestal is het 1 of twee kwartjes
Maar ook wel eens zeventig cent
Dan roept hij in tranen: "Wat is zij toch goed"
Kijk toch eens hoe zij mij verwent

Want zo is het altijd geweest
Al sinds zich de mensheid kan heugen
De heren die houden het meest
Van dames die niet
Van dames die niet
Van dames die niet willen deugen

Mulheres Que Não Querem Prestar

Jan-Karel era todo certinho
Um verdadeiro orgulho da sociedade
Um viúvo de conduta ilibada
Com uma padaria e confeitaria

Janet era uma mulher de pecado
Seu coração era só maldade
Mas muitos homens que a viam na rua
Acabavam entre seus lençóis

refr.:
Pois sempre foi assim
Desde que a humanidade se lembra
Os homens gostam mais
De mulheres que não querem prestar

Os dois se encontraram
Ela olhou pra ele de um jeito safado
Foi com ele e se tornou sua amante
E ajudou sua fortuna a ir pro espaço

Ele lhe deu bijuterias e joias
Ela era uma garota gananciosa
Transformou aquele homem certinho
Num verdadeiro animal de tanto desejo

refr.

Um dia, enquanto estavam bebendo
Apareceu um cara qualquer
Que confiscou tudo que viu
Por causa da falência

Mas a vontade dele ainda ardia
Ele tinha dez centavos no bolso
Com isso, comprou como último presente
Um anel com uma pedra de vidro

refr.

Agora ele canta por comida nas ruas
E uma vez por mês vem Janet
Sentada em um carro de luxo
E joga um pouco de grana no seu chapéu

Normalmente são um ou dois trocados
Mas às vezes setenta centavos
Então ele grita em lágrimas: "Como ela é boa"
Olha só como ela me mimou

Pois sempre foi assim
Desde que a humanidade se lembra
Os homens gostam mais
De mulheres que não
De mulheres que não
De mulheres que não querem prestar

Composição: