Wie Lacht Er Niet

Quem Não Ri?

Wie Lacht Er Niet

Na confusão e na loucuraIn de chaos en de gekte
No saguão da estaçãoIn de hal van het centraal
Está a mulher com sacolas plásticasZit de vrouw met plastic tassen
Observando a situaçãoZe bekijkt het allemaal
Ela vê pessoas - todas essas pessoasZe ziet mensen - al die mensen
Gente de todo lugarMensen overal vandaan
Com um objetivo e um destinoMet een doel en een bestemming
Vem e vai, sem pararZiet ze komen - ziet ze gaan
Vê o que fazem e como se empurramZiet ze doen en ziet ze dringen
Na correria do diaIn de drukte van de dag
Vê tudo acontecendoZiet het allemaal gebeuren
E não consegue parar de rirEn schiet voortdurend in de lach
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Aquele que vê as pessoasDie de mensen ziet
Na sombra da barraca de batata fritaIn de schaduw van de friettent
À beira da existênciaAan de rand van het bestaan
Entre os catadores e os viciadosBij de scharrelaars en de junkies
A mulher observa, sem pressaZit de vrouw en ziet ze aan
Ela vê crianças e seus paisZe ziet kinderen en hun ouders
Vê executivos de ternoZe ziet heren van kantoor
Vê turistas com suas mochilasZe ziet toeristen met hun rugzak
Todo mundo quer se mandarIedereen wil er vandoor
Ela vê filas nos guichêsZe ziet rijen bij loketten
Mulheres bem arrumadasDames in hun goeie goed
E não consegue evitarEn ze kan het ook niet helpen
De rir a cada instanteDat ze steeds zo lachen moet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Aquele que vê as pessoasDie de mensen ziet
Na confusão e na loucuraIn de chaos en de gekte
A mulher vê as pessoas indoZiet de vrouw de mensen gaan
Quem perde o trem que deve ficarWie de trein mist die moet blijven
E nunca mais volta pra cáEn komt hier nooit meer vandaan
Eu também preciso pegar meu tremIk moet ook mijn trein nog halen
Preciso urgentemente trabalharIk moet nodig aan de slag
Quando ela me vê passarAls ze mij voorbij ziet lopen
Cai na risada, sem pararLigt ze dubbel van de lach
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Quem não ri?Wie lacht er niet
Aquele que vê as pessoasDie de mensen ziet
Quem não ri?Wie lacht er niet?