Brief van Cocadorus aan de burgemeester van Amsterdam
Meneer de burgemeester,
De reden waarom ik schrijf
Ik, die zoveel beter kan smoezen
't Heeft wel niet heel veel om het lijf
Maar ik ben gek van al het soezen
Onlangs was ik op het stadhuis
Ik heb de raad daar horen zuchten
En nauw'lijks was ik bij me thuis
Of 'k moest m'n hart eens even luchten
Eerstens, 'k g'loof 'k had nooit de eer
U onder mijn gehoor te tellen
Dat spijt me Edelachtb're heer
Veel meer dan ik u kan vertellen
Want u zoudt zien: zolang ik praat
Staat al het volk me aan te gapen
Bij mij ziet u nooit als in de raad
'n Chosen van verveling slapen
Toch werd er druk geredeneerd
Maar als men 't goed gaat beschouwen
Doet menig raadslid 't glad verkeerd
Met niet voorgoed zijn mond te houwen
Men geeft de burger voor hun geld
Toch enkel knollen voor citroenen
Dat doe ik ook op het Amstelveld
Maar 't loopt bij mij niet in miljoenen
Er kwam een huissie aan de beurt
Om onbewoonbaar te verklaren
D'r zei een: de muur die was gescheurd
En dat levert zoveel gevaren
Nou vraag ik u: Is dat niet bar
Waarom dan het gevaar der Beurs verzwijgen?
Ik hoop dat die verschwartzter nar
De bengel op z'n kop zal krijgen
't Speelhuis, daar in de Vondelstraat
Woudt g'als liefdadig niet erkennen
Dat is een fout en inderdaad
Dat zult u ook moeten bekennen
Ik had tot Pollietser gezeid:
"Er zijn hier duizenden die lijen
Toon ons maar je liefdadigheid"
Wat zou je toch een krieje snijen!
En nu tot slotte, excuseer
Dat ik u dit briefje heb geschreven
Maar ik kon niet slapen vooraleer
Ik, laat, het heb eerst afgegeven
Ik weet wel, dat u 't niet helpen kan
U rijdt hier niemand in de wielen
U is een gesjiewes van een man
Maar bij de raad zijn d'r een hoop schlemielen
Carta de Cocadorus ao prefeito de Amsterdã
Senhor prefeito,
A razão pela qual escrevo
Eu, que poderia muito bem me expressar
Não é algo tão importante assim
Mas sou louco por todo esse papo
Recentemente estive na prefeitura
Ouvi o conselho suspirando
E mal cheguei em casa
Tive que desabafar um pouco
Primeiro, acho que nunca tive a honra
De estar sob sua atenção
Sinto muito, nobre senhor
Mais do que posso lhe contar
Pois você veria: enquanto eu falo
Todo o povo fica me encarando
Comigo você nunca vê na câmara
Um escolhido dormindo de tédio
Ainda assim, houve muito debate
Mas se a gente for analisar bem
Muitos conselheiros falham feio
Por não calarem a boca de vez
Dão aos cidadãos o que é deles
Mas só cebolas em vez de limões
Eu também faço isso no Amstelveld
Mas não rola milhões pra mim
Chegou a vez de uma casinha
Ser declarada inabitável
Alguém disse: a parede estava rachada
E isso traz tantos perigos
Agora eu te pergunto: Não é um absurdo?
Por que então esconder o perigo da Bolsa?
Espero que aquele palhaço
Leve uma bronca na cabeça
O teatro, lá na Vondelstraat
Você não gostaria de reconhecer
Isso é um erro, e de fato
Você também terá que admitir
Eu disse ao Pollietser:
"Aqui tem milhares que sofrem
Mostre-nos sua caridade"
O que você faria, hein?
E agora, por fim, me desculpe
Por ter escrito essa cartinha
Mas não consegui dormir antes
De, bem, primeiro entregar isso
Eu sei que você não pode ajudar
Você não atrapalha ninguém aqui
Você é um cara bem ocupado
Mas no conselho tem um monte de idiotas