Niet wat het weer wil

Não importa o que o tempo queira

Niet wat het weer wil

Eu conheço uma menina, que era tão travessaIk ken een meisje, die was zo stout
Ela nunca fazia o que o inverno queriaDie deed nooit wat de winter wou
Pois se estivesse chovendo ou nevando lá foraWant zou het buiten regenen of sneeuwen gaan
Ela vestia um vestido bem fininhoDan deed ze een heel dun jurkje aan
Ela andava por aíZe liep dan zo buiten rond
Com um picolé na bocaMet een ijslollie in haar mond

Ela dizia: "Eu tô quentinhaZe zei: "Ik ben wel warm
Só o tempo que tá frio!"Alleen het weer is koud!"
E sabe o que eu diriaEn weet je wat ik nou
Pra ela nesse momento?Tegen haar zeggen zou?
Só: "Brrrrrrrrrr"Alleen maar: "Brrrrrrrrrr"

Eu conheço um menino, que era tão travessoIk ken een jongen, die was zo stout
Ele nunca fazia o que o verão queriaDie deed nooit wat de zomer wou
Pois se suas roupas grudassem com o sol quenteWant kleefden al je kleren van de hete zon
Ele colocava um casaco e um cachecol bem grossoDan had hij een jas en dikke das om
Ele ficava na calçadaHij zat dan op de stoep
Com uma tigela de sopa de ervilha bem quenteMet een kop hele hete erwtensoep

Ele dizia: "O tempo tá quenteHij zei: "Het weer is warm
Mas eu tô bem gelado"Maar ik ben lekker koud"
E sabe o que eu diriaEn weet je wat ik nou
Pra ele nesse momento?Tegen haar zeggen zou?
Só: "Pfffffffffft"Alleen maar: "Pfffffffffft"