Berchem Statie

Menier stopt hier den trein nor Jeruzalem
ik wil daar efkes hennen oemda kik die stad ni ken,
ik ken allien die lieks, van radio en teevee
ik zing dan van hakila en dermee is alles gezee
Wanneer vertrekt dien trein, ik had daar al moete
zijn,is die chef van de statie ginder
ne rabijn.

Of stopt ier oek nen trein richting Katmandu, of Rio
de Janeiro of Honollullu.
Kunde onderweg iet ete,wacht een half urke kzen menne
reispas wer vergete...

Ik pakte ooit nen trein, die stopten in Berlijn, ik
weet ni waroem want ik moest ni in Berlijn zijn.
Nen Duits gaf mij een koffer,
Ik zei "die is ni van mij"
Hij zei ik weet da wel, khou die al dartig jaar bij,
komde ooit in Amsterdam, geft z'on Boudewijn de Groot,
khem al duzend keer gebeld mor die vent die komt nooit

Ik was is in Parijs, kmoest nor Montparnas,
ik liep over een martje en ik hoorde daar ambras,
2 deurwinterde clochards,mokte ruze vor ne zak, war da
volgens mij een paar verslete schoene stak,
Ik docht ik zen hier weg,die zak dien is verslete, en
nege van de tieng is Boudewijn die hier vergete!

Ik kwam aan in de Midi, der zat ne neger neffe mij,
hij vroeg wor is de Brousse, kome wij daar ni verbij.
Ik zei "belange ni, gij zij hier in Brussel man"
Hij vroeg waar zijn al die Brusselere dan
Ik zei da'k da ni wist, da da ier misschien ni is, mor
da ge't zeker wilt wete vraag et is an Manneke Pis.

Ik wil de wereld zieng, reizen en sensatie en de
wereld die begingt toch, in Barchem statie.

Ik moet nor huis, men vrouw die wacht met 't ete,
en ze zal wer vrage, wor hedde na wer gezete,
dan vertel kik van Berlijn en Parijs,
en dan zei mijn vrouw "gij mankeert toch wel een
veis"
dan zittek in de zetel, en krijg kik medicatie, en
mijne geest die verruimd trug, nor Barchem statie.

Barchem statie
Barchem statie