395px

O Salto no Escuro

Peter Koelewijn

De sprong in het duister

Een koude morgen, kwart over twee
En in een bed vecht een vrouw hard voor haar baby
Het is haar eerste en elke wee
Snijdt door haar heen maar ze denkt slechts aan haar baby
Zij houdt de spijlen krampachtig vast
Dan een zacht huilen, de moeder lacht en luistert
Het kind is daar voor de eerste sprong in het duister

Een maandagmorgen, vijf over acht
Hij ziet het schoolplein en voelt z'n knieen knikken
De eerste schooldag en hij zegt zacht
"Ik wil naar huis", maar moeder hoort niets van zijn snikken
Want hij's al zes, de baas over vriendjes
Het echte schoffie maar diep in zijn hartje huist er
Paniek en angst voor die grote sprong in het duister

Zomaar een morgen, kwart over acht
Ze is net achttien en zij gaat 't hun vertellen
Zij wil 't huis uit want buiten wacht
De wereld en zij kan het zonder thuis ook stellen
Er komt verzet en haar moeder huilt nog
Maar vader weet al dat zij toch niet naar hem luistert
Een beetje bang waagt zij dan de sprong in het duister

Een mooie morgen, kwart over tien
Hij in het grijs en zij in een wolk van tule
Zo vele vrienden kwamen hen zien
Zij kregen alles van fonduestel tot pendule
Er werden tranen weggeveegd
Op het moment dat het ja-woord werd gefluisterd
De dag was mooi voor een nieuwe sprong in het duister

Een wintermorgen, kwart over elf
En in de verte luiden zwaar de bronzen klokken
En ieder staat daar in zichzelf
De zwarte aarde wordt al wit onder de sneeuwvlokken
Het is een afscheid voor altijd en
De wind beroerd de hoge bomen en dan ruist er
Iets als een groet bij de laatste sprong in het duister

O Salto no Escuro

Uma manhã fria, duas e quinze
E em uma cama, uma mulher luta forte pelo seu bebê
É o primeiro dela e cada contração
Corta ela por dentro, mas só pensa no seu bebê
Ela segura as grades com força
Então um choro suave, a mãe sorri e escuta
A criança está lá para o primeiro salto no escuro

Uma manhã de segunda, oito e cinco
Ele vê o pátio da escola e sente os joelhos tremendo
O primeiro dia de aula e ele diz baixinho
"Quero ir pra casa", mas a mãe não ouve seu choro
Porque ele já tem seis, o chefe dos amigos
O verdadeiro moleque, mas bem no fundo do coração
Há pânico e medo daquele grande salto no escuro

Uma manhã qualquer, oito e quinze
Ela acaba de completar dezoito e vai contar pra eles
Ela quer sair de casa porque lá fora espera
O mundo e ela pode se virar sem o lar também
Há resistência e sua mãe ainda chora
Mas o pai já sabe que ela não vai ouvir
Um pouco assustada, ela então se arrisca no salto no escuro

Uma bela manhã, dez e quinze
Ele de cinza e ela em uma nuvem de tule
Tantos amigos vieram vê-los
Eles ganharam de tudo, de fondue a relógio
Lágrimas foram enxugadas
No momento em que o sim foi sussurrado
O dia estava lindo para um novo salto no escuro

Uma manhã de inverno, onze e quinze
E ao longe soam pesadamente os sinos de bronze
E cada um está ali em si mesmo
A terra negra já fica branca sob os flocos de neve
É uma despedida para sempre e
O vento balança as altas árvores e então sussurra
Algo como um adeus no último salto no escuro

Composição: