De Telefoon

O Telefone

De Telefoon

'Foi numa manhã chuvosa't Was op een druilerige morgen
É verdade o que te conto aqui't Is waar wat ik je hier vertel
Alguém de repente inventou o telefoneVond iemand plots de telefoon uit
E esse pássaro se chamava BellEn deze vogel heette Bell
O aparelho, um alto-falanteHet apparaat, een verrespreker
Se espalhou cada vez maisVerspreidde zich al meer en meer
Virou a grande máquina de fazer granaHet werd de grote money maker
A comunicação auditiva pessoalHet auditief persoonsverkeer

refrão:refrain:
Tingelingeling, lá vai essa coisaTingelingeling, daar gaat dat ding
É só o telefoneHet is gewoon de telefoon
E logo chega a contaEn straks dan komt de rekening
Oh, tingelingeling, lá vai essa coisaOh, tingelingeling, daar gaat dat ding

E o mundo todo conversandoEn heel de wereld aan het kletsen
O telefone toca sem pararDe telefoon die rinkelt maar
E se você ainda não é ansiosoEn ben je nog geen zenuwlijder
Daqui a pouco vai pirarDan spring je straks wel uit elkaar
Porque onde você está, tudo pode mudarWant waar je bent, het kan verkeren
No banho, na cama, com sua namoradaIn bad, in bed, met je vriendin
Essa coisa vai bagunçar tudoDat ding zal alles wel versjteren
Sai de um jeito, volta de outroDan weer d'r uit, dan weer d'r in

refrãorefrain

E o Tio Willem no HavaiEn Ome Willem in Hawaii
Liga pra sua mulher em AmsterdãDie belt zijn vrouw in Amsterdam
"Estou preso aqui numa tempestade de neve"Ik zit hier muurvast in een sneeuwstorm
Então não consigo voltar pra casa"Zodat ik niet naar huis toe kan"
"A gente se fala" ou "Liga de novo""We bellen wel" of "Bel nog even"
Pra você, pra ela, pra B ou ANaar jou, naar haar, naar B of A
O telefone, que ele viva muitoDe telefoon, lang zal 'ie leven
Ele toca na glóriaHij rinkele in de gloria

refrãorefrain