exibições de letras 493

Het einde van de Tweede Wereldoorlog

Vincent Bijlo

Letra

    Op het strand. Ik ben zeven en mijn moeder en broertje kwijt
    Ik ben bang en ik hoor Duits. Nou, dat is hetzelfde eigenlijk
    Rondom mij is lillend Duits vlees. Ik loop tegen een Duitse buik op
    Wirtschaftswunderbuiken noemde mijn vader die. Mijn vader had het niet zo op
    Duitsers
    Ik grijp een Duitser bij zijn schinken
    "Wie sitzt das nun eigentlich mit dem Krieg? Ik heb een trauma hoor je dat? Ik
    ben van de vierde generatie, maar daar krijg je geen uitkering voor. Der Krieg
    Kinkel"
    O nee, Kinkel, die had je toen nog niet. Nou je had ze wel, alleen, ze waren nog
    gewoon boer, geen minister
    De duitser draait zich om en antwoordt met een wedervraag: "Wil je misschien een
    ijsje?" Hij zei ijsje, hoorde je dat. Een Duitser, ijsje
    Dat strookte nou niet bepaald met het beeld dat mijn ouders mij van dit volk met
    de paplepel hebben ingegoten
    Ik kan het niet aannemen, dat zou collaboratie zijn en zeg daarom ferm
    "Sodemieter op met je ijs, Duitser."
    Ik ga maar in de zon liggen op het strand. Dat kan ook niet meer gewoon, zonnen
    op het strand. Heb je eindelijk eens een dag mooi weer en je ligt nog geen
    seconde in het zand of er komt een bus met werkloze dermatologen langs: "Weet u
    wel dat dat heel gevaarlijk is, liggen in de zon, daar kunt u huidkanker van
    krijgen, wist u dat wel."
    Weet je wat mij is opgevallen? Tegen Duitsers zeggen die mensen van die
    kankerbus niets. Laten ze gewoon liggen. Want een goeje Mof is een

    Jezus, dat jullie dat zomaar afmaken
    Maar als ik zeg: "Een goeje Turk is een...?", dan hoor je niks. Omdat iedereen
    in zijn broek schijt om voor fascist te worden uitgemaakt. Terwijl die Turken
    net zo goed of fout zijn als die Duitsers, kijk maar naar Koerdistan. Maar met
    Duitsers mag het blijkbaar wel, en dat komt, volgens mij, door de oorlog
    Ja. Dat is een heel nieuw inzicht. Ik zal even mijn trauma uitleggen. Ik ben
    opgegroeid met de oorlog. Mijn ouders hebben niet gevangen gezeten, ze zijn
    geen dierbaren verloren, ze hebben niet in het verzet gezeten, daar waren ze
    nog veel te klein voor, ze hebben hem gewoon meegemaakt, de oorlog. En het
    besef, dat zij leefden terwijl miljoenen werden vergast, dat is iets, waarover
    zij nooit konden ophouden zich te verbazen
    Zes miljoen: elke keer als mijn vader het zei, klonk het, alsof ik dit cijfer
    voor het eerst hoorde, zes miljoen. Bij ons thuis was de oorlog er altijd. Elke
    dag werd je wel met de oorlog geconfronteerd
    Al was het alleen maar door de stank van verrotte etenswaren in de keuken
    moeder bewaarde alles. Een tic die ze van de hongerwinter had overgehouden
    Uiterste verkoopdata werden door haar met minstens een jaar verlengd
    Regelmatig ontploften er bij ons thuis in de ijskast bekertjes vruchtenyoghurt
    Dan dacht vader dat het weer oorlog was
    De oorlog was er altijd. Als Duitsers je de weg vroegen dan wees je ze de
    verkeerde kant uit
    Vader had ons bevolen bij zulk soort gelegenheden de volgende tekst uit te
    spreken: "U gaat hier rechtsaf de Churchillaan op, dan gaat u links de
    Rooseveltlaan in, tot u uitkomt op het Montgocabareteryplein, dan kunt u achter
    het Jaltamonument uw BMW parkeren, en dan bevindt u zich op loopafstand van het
    Anne Frankhuis."
    Toch heb ik Duits als eindexamenvak op de middelbare school gekozen, mijn vader
    mocht dat niet weten. Naamvallen oefenen, dat deed ik in de kelder
    Dat was dezelfde kelder, waar mijn vader gedurende de bange oorlogsdagen met
    een vergiet op hun kop naar radio Oranje had zitten luisteren. Met dit verschil
    dat ik ten aanzien van de Duitse woordjes het vergiet niet op maar in mijn kop
    had zitten
    Mijn vader kwam er toch achter. Hij is de kelder binnengevallen en heeft al
    mijn Duitse leerboeken geconfisceerd en in de open haard geflikkerd

    Terug naar het strand. Ik ben zeven, Vlieland 1972. Er is nog niks gebeurd op
    dat strand. Ja, ik heb een bal tegen mijn kop gekregen en iemand heeft me
    geprobeerd te onthoofden met een frisbee. Ik heb een ongelofelijke dorst
    gekregen. Ik had eigenlijk gewoon dat ijsje moeten nemen van die Duitser, dan
    had ik een raket genomen, er waren nog geen magnums
    Dat gezeik over die oorlog, daardoor heb ik toch mooi mijn raket door mijn neus
    laten boren. Hij ligt nog achter me, die mof
    Zal ik het hem gewoon vragen
    "Eis!"
    Je moet ze gewoon cocabaretanderen dat doen zij ook altijd
    "Ja," zegt hij, "your eyes are very bad."
    "Nee joh, lul, ik praat geen Engels, ik praat Duits. "Ich will eis."
    "Nein."
    "No, only one."
    En verdomd, twee minuten later heb ik een raket te pakken. De vrede tussen mij
    en de Duitser is een feit. We sluiten een pakt, de vrede van Vlieland
    De Duitser en ik, wij zijn een gesprek begonnen over goed en kwaad. Ik ben
    zeven en zo geprogracabareteerd dat ik Duitsers niet aardig vind en de rest
    wel. Hij vertelt van Japanners en Italianen, die ook fout waren in de oorlog
    Het wil maar moeilijk tot mijn kinderbrein doordringen. Alleen moffen toch
    alleen moffen
    "Nee," zegt hij, "iedereen was en is fout. De Chinezen, de Tibetanen, de
    Russen, de Afghanen, de Vietnamezen, de Amerikanen, de Cubanen, de
    Noordkoreanen, de Zuidkoreanen, de Noordjemenieten, de Zuidjemenieten, de
    Serviers, de Kroaten, de Hutu's, de Tut- si's, iedereen is fout. Der Mensch ist
    den Menschen ein trauriges Ungeheuer"
    "Ha", denk ik, "dat is Reiner Maria Rilke", ik ben zeven
    "Is iedereen fout?" "Ja, iedereen." "O ja joh?" "Ja, iedereen." "Nee joh."
    "Jawel" "Nee joh" "Jawel" "Nee joh" "Jawel", en dat sleept zich nog zo'n drie
    kwartier voort, en we bestellen nog een raket
    "Nee joh" "Jawel" "Nee joh" "Jawel", en we bestellen nog een chocoladecornetto
    "Nee joh" "Jawel" "Nee joh" "Jawel" "Met nootjes" "Nee joh" "Jawel" "Nee joh"
    "Jawel" "Zonder nootjes"
    "Nee joh" "Jawel" "Nee joh" "Jawel", en op dat moment voegt een Noordvietnamese
    loempiaverkoper zich bij ons
    "Roempia's, roempia's, rekkele roempia's!"
    "Ha, Noordvietnamese loempiaverkoper," zegt de Duitser. "Je komt als geroepen
    Ik heb een interessant vraagje aan je. Wie waren er fout in Vietnam?"
    "De Zuidvietnamezen," zegt de Noordvietnamese loempiaverkoper. "Ja, en wie nog
    meer?" "O, de Amerikanen."
    "Juist," knort de Duitser tevreden. En op dat moment spoelt er een
    Zuidvietnamese bootvluchteling aan
    "Woempia's, woempia's, wekkere woempia's!"
    "Ha Zuidvietnamese bootvluchteling, je komt als geroepen," zegt de Duitser. "Ik
    heb namelijk een interessant vraagje aan je. wie waren er fout in Vietnam?"
    "De Noordvietnamezen." "Ja, en wie nog meer?" "O, de Russen."
    De Duitser roept: "Zie je nou wel, iedereen is fout, iedereen is fout. De mens
    is dom en leert nooit van de geschiedenis."
    Dat laatste had hij beter niet kunnen zeggen. hij wordt getroffen door een
    frisbee, wankelt en zakt in elkaar. Ik roep om hulp. De reddingsbrigade is
    vlakbij maar wil niet helpen, het is niet in het water gebeurd
    De EHBO is ook vlakbij maar wil ook niet helpen, het was geen ongeluk, eerder
    geluk, zeggen ze
    Er komen steeds meer mensen om ons heen staan. Ze lachen, klappen en juichen
    Blikjes Heineken worden over hem leeggespoten, een bifiworstje in zijn reet
    gestopt. Enkelen beginnen zand over hem heen te gooien
    Ik probeer hem weg te slepen want ik heb medelijden, maar het lukt me niet, ik
    mag dan wel wijs zijn voor mijn leeftijd, ik blijf zeven
    Iedereen is weg. Ik blijf zitten bij de gevelde Duitser. Net dacht ik nog dat
    hij dood was, maar nu hoor ik boven het geruis van de branding uit zijn
    gorgelende adem. In de verte rocabaretelt de donder. We moeten hier weg
    Ik schud aan de Duitser, het bifiworstje valt uit zijn reet
    Hij begint te bewegen en komt langzaam overeind. Valt, probeert het nog een
    keer en blijft dan wankel staan, steunend op mij
    Ik ben zeven
    "Waar moet je heen, Borschen," vraagt de Duitser. Ik vertel hem waar het
    idyllische huisje staat waar wij de vakantie doorbrengen. Ik kan het alleen
    niet vinden, je moet een drukke weg oversteken en dan langs prikkeldraad in de
    duinen
    Hij zegt: "hab' kein angst. Geh nicht durch die bose Strasse wo die schonen
    Augen wohnen." "Ha, dat is Heinrich Heine" denk ik
    Ik ben bijna acht. De dichtregel heeft veel van zijn krachten gevergd. Op de
    top van het eerste duin zakt de Duitser weer in elkaar, maar we moeten verder
    want het onweer nadert. Als de eerste druppels vallen gaan wij het idyllische
    huisje binnen. Een Duitser heeft mij thuisgebracht
    Mijn familie schrikt van het Duitse wrak, dat zo uit de slag om Stalingrad
    lijkt te komen. "Mag hij zich douchen?" vraag ik. "Goed," zegt mijn moeder
    "Maar kaal scheren hoeft niet!", roept mijn vader
    Niemand lacht. Even later komt de Duitser melden dat "das Auglein des
    Duschenkopfs nicht auf der Stange passt." "Dat komt door dat verdacabarette
    klere-Europa!" buldert mijn vader. De Duitser is het hier volledig mee eens en
    het ijs is gebroken
    Blikjes Heineken worden opengetrokken en de Bifiworstjes verschijnen op tafel
    De kinderen zijn verbaasd. De stecabareting wordt steeds vrolijker. Dan
    begrijpen wij, dat onze ouders de Duitser dankbaar zijn, dat hij mij weer
    veilig heeft thuisgebracht
    Als wij naar bed moeten, hebben ze het over vogels kijken, en ze spreken af
    elkaar volgend jaar in het Schwarzwald te ontmoeten. De Tweede Wereldoorlog is
    voorbij


    Comentários

    Envie dúvidas, explicações e curiosidades sobre a letra

    0 / 500

    Faça parte  dessa comunidade 

    Tire dúvidas sobre idiomas, interaja com outros fãs de Vincent Bijlo e vá além da letra da música.

    Conheça o Letras Academy

    Enviar para a central de dúvidas?

    Dúvidas enviadas podem receber respostas de professores e alunos da plataforma.

    Fixe este conteúdo com a aula:

    0 / 500

    Opções de seleção