Supermarkt

Supermercado

Supermarkt

Quando eu te vejoAls ik jou zie
Sinto lágrimasDan voel ik tranen
Você está lá atrás na filaJe staat daar achter in de rij
Um pacote de tabaco e duas bananasEen pakje shag en twee bananen
Você se aproxima sozinhaJe schuifelt eenzaam dichterbij

refr.:refr.:
O que se esconde nos seus olhos azuisWat schuilt er in je blauwe ogen
Por que você nunca me olha nos olhosWaarom kijk jij mij nooit recht aan
Suas bochechas pálidas, sua cabeça baixaJe wangen bleek, je hoofd gebogen
Para onde você vai, de onde você vemWaar ga je heen, waar kom je vandaan

Mais uma senhoraNog een mevrouw
Um carrinho cheioEen volle wagen
Macarrão e cola, salsicha e alho-poróWokkels en cola, worst en prei
Não consigo suportar a tensãoIk kan de spanning niet verdragen
Porque logo você estará comigoWant zometeen ben jij bij mij
Ou você não vai para a outra filaOf ga je niet naar de andere rij
Isso também pode serDat kan ook

refr.refr.

Isso dá 3,95Dat is dan 3,95
4, 5 e isso dá 104 5 en dat is 10
Você está juntando selos?spaar je misschien zegels
Quer talvez um saquinho plástico junto?wil je d'r misschien anders een plastic tasje bij
Alô, alô?hallo, hallo?

refr.refr.

Você não sabe?Weet jij dan niet
Estou preocupadoIk maak me zorgen
Nunca um bife ou um ovoNooit eens een biefstuk of een ei
Se você vier comigoAls je bij mij komt
Depois de amanhãOvermorgen
Eu vou colocar leite e verdurasDan doe ik er melk en groente bij

Então eu olho nos seus olhos azuisDan kijk ik in je blauwe ogen
E você me olha com simpatiaEn dan kijk jij mij vriendelijk aan
Você diz: eu sempre gostei de vocêJe zegt: ik heb je steeds gemogen
Venha comigoKom met mij mee
Vamos emboraLaten wij gaan
Vamos emboraLaten we gaan
Vamos emboraLaten we gaan
Vamos emboraLaten we gaan
Vamos emboraLaten we gaan