Een Beetje Tederheid

Um Pouco de Carinho

Een Beetje Tederheid

Oh, ela pode estar tristeOh, ze mag dan triest zijn
E meninas, elas podem estar tristesEn meisjes, ze kunnen triest zijn
Morrendo de uma solidão repentinaStervend van plotse eenzaamheid
Mas quando ela está tristeMaar wanneer ze triest is
Tente um pouco de carinhoProbeer een beetje tederheid

Você sabe, ela está esperandoJe weet, ze zit te wachten
Em vão, ela está suspirandoVruchteloos zit ze te smachten
Pela mais profunda, profunda, profunda segurançaNaar de diepste, diepste, diepste geborgenheid
Mas enquanto ela está esperandoMaar terwijl ze zit te wachten
Vá até ela e dê um pouco de carinhoGa naar haar en geef een beetje tederheid

Não, não, não, isso não é uma breguice, oh, nãoNee, nee, nee, dit is geen domme smartlap, oh, nee
É dor, ninguém a entendeHet is pijn, niemand voelt haar aan
E uma palavra doce, falada suavementeEn één lief woordje, zacht voor haar gesproken
Isso torna tudo mais suportável, mais suportável em sua vidaDat maakt het draaglijker, draaglijker in haar bestaan

Você não vai se arrepender, oh nãoHet zal je niet berouwen, o nee
Ela sempre vai lembrarZe zal het steeds onthouden
Amor, isso é toda a felicidade delaLiefde, dat is hun hele zaligheid
E na verdade, é tão simplesEn eigenlijk, 't is al zo simpel
Tudo que você precisa fazerAl wat je moet doen
É dar, sim, darDat is geven, ja geven
Um pouco, um pouco de carinhoEen beetje, een beetje tederheid

Você precisa ajudá-la, acariciar, aquecer, abraçarJe moet haar helpen, strelen, verwarmen, omarmen
Vá até ela, oh, e dê um pouco de carinhoGa naar haar, oh, en geef een beetje tederheid
Sim, sim, ela precisa, ela precisaJa ja, ze heeft het nodig, ze heeft het nodig
Escute-meLuister naar mij

Você precisa ajudá-la, acariciar, aquecer, abraçarJe moet haar helpen, strelen, verwarmen, omarmen
Vá até ela, suavemente, oh, e dê um pouco de carinhoGa naar haar, zachtjes, oh, en geef een beetje tederheid
Ah, ninguém, ninguém a ama!Ah, niemand, niemand ziet haar graag!
Oh, escuteOh, luister

Você precisa ajudá-la, acariciar, aquecer, abraçarJe moet haar helpen, strelen, verwarmen, omarmen
Vá! Vá logo! Vá!Ga! Ga dan toch! Ga!
E dê um pouco de carinho,En geef een beetje tederheid,
Oh, ajude, ajudeOh, helpen, helpen