De grote Uitvinding

A Grande Invenção

De grote Uitvinding

E Deus viu tudo que Ele havia criadoEn God zag al wat Hij gemaakt had
E viu que era muito bom.en ziet, het was zeer goed.
E quando Ele terminou Seu trabalhoEn toen Hij dan Zijn werk gestaakt had
Porque também é preciso descansaromdat Je ook eens rusten moet
Ele achou o domingo muito longovond Hij de zondag zo lang duren
Achou Sua criação muito certinhavond Hij Zijn schepping veel te braaf
Suas criaturas pareciam personagens de quadrinhosZijn schepselen leke stripfiguren
Por baixo, tão lisas e perfeitas.van onderen zo glad en gaaf.
Eles já estavam se entediandoZe zaten zich al te vervelen
Não tinham nadaze hadden niets
Para brincar.om mee te spelen.

Para todas as criaturas que existiamVoor alle schepselen die bestonden
Ele inventou aquele dia tranquiloheeft Hij die stille dag
Pinto e xoxotapiemel en poesje uitgevonden
Com os quais Ele supriu animal por animal.waarmee Hij dier na dier voorzag.
Assim, Ele dividiu Seu trabalho em duas partesZo deelde Hij Zijn werk in tweeën
E o tédio acabou:en de verveling was voorbij:
Logo começou a rolar a putariaer werd meteen al flink gevreeën
E se você não tinha um ele ou uma elaen had je nog geen hij of zij
Para compartilhar essa felicidadedie dit geluk met je kon delen
Você podia brincar consigo mesmo.dan kon je met jezelf gaan spelen.

O Senhor pensou com alegria:De Here dacht met blij gemoed:
Meu domingo está de boa de novo.Mijn hele zondag is weer goed.